De schapen staan er gekleurd op
Herfstkleuren
De zomer is voorbij. September en Oktober lieten ons nog even van een toegift genieten, maar November is toch echt onverbiddelijk. De tuinmeubelen zijn afgedekt of op zolder gezet, de verwarming staat aan, de pompoenen zijn in de bonus en storm en regen hebben vanochtend al voor flinke verkeersoverlast gezorgd. In het bos heeft het groen plaats gemaakt voor een kleurig schouwspel van gele, rode en bruine kleuren. Herfstkleuren. Prachtig, vindt u niet.
Valt het u overigens op dat ook de schapen er in dit jaargetijde gekleurd uitzien? De achterzijde van deze dieren is soms rood of groen of blauw gekleurd, en sommige ooien ā het gaat namelijk uitsluitend over de vrouwelijke dieren ā hebben zelfs twee kleuren rond de staart.
De herfst is de tijd dat de vrouwelijke schapen āramsā worden, wat betekent dat ze aantrekkelijk zijn voor de rammen. Een gedekte ooi die drachtig is geworden zal niet opnieuw rams worden, maar heeft de dekking niet tot drachtigheid geleid dan zal er drie weken later een nieuwe ramsheid volgen. Voor boeren is het van belang om te weten welke ooien er drachtig zijn, en welke nog niet. Daarvoor hebben ze een handig trucje bedacht: De ram krijgt een tuig aangebonden met daarin een kleurblok dat verraadt welke ooien hij heeft besprongen. Drie weken later wordt de kleur van het blok gewisseld waardoor een ooi met twee kleuren bewijst na de eerste dekking niet te hebben āopgenomenā zoals dat heet, en dus niet drachtig te zijn geworden. Dat heet āgustā in agrarisch jargon. Ā Niks echo of Predictor-test, gewoon een kleurkrijt van de Welkoop en de boer weet precies waar hij aan toe is. Wat denkt u, zou de uitdrukking ākleur bekennenā hier misschien zijn oorsprong vinden?