Vlooien
Vlooien. Misschien wel het meest besproken onderwerp op websites van dierenartsen, blogs van dierenliefhebbers en andere internetpaginaās die iets te maken hebben met honden en katten. Er bestaan wel 200 verschillende soorten en veel dieren hebben hun eigen vlooiensoort. Er bestaan hondenvlooien, kattenvlooien, konijnenvlooien en zelfs egelvlooien. Deze laatste soort is wat groter en wordt vaak gebruikt in het vlooientheater, een kermisattractie waarin vlooien allerhande kunstjes vertonen. Veel trekken vlooien zich overigens niet aan van hun naam. Zo is de meest voorkomende vlo bij de hond de kattenvlo. Mensenvlooien bestaan ook maar zijn in ons land zeldzaam. De vlooien van onze huisdieren lusten echter ook mensenbloed en deinzen er niet voor terug om āvreemdā te gaan op de arm of een been van de baas. Misschien is dat wel de belangrijkste reden dat dit onderwerp zoveel aandacht krijgt op het internet.
Uit het feit dat er zoveel aandacht aan het probleem van vlooien bij huisdieren wordt besteed kun je ook opmaken dat het kennelijk een moeilijk op te lossen probleem is. En dat klopt. Met regelmaat zien wij huisdiereigenaren op de praktijk die soms bijna hopeloos zijn omdat ze maar niet van de vlooien op hun hond of kat af kunnen komen. En de reden daarvoor is niet dat er te weinig keus is aan antivlooienmiddelen. Typ āvlooienbestrijdingā in op Google en er verschijnen minstens 10 verschillende middelen om vlooien bij honden en katten mee te lijf te gaan. En de meeste van die middelen werken prima. Er gaan veel verhalen rond over resistentie van vlooien tegen bepaalde middelen, maar resistentie tegen de moderne vlooienmiddelen die op dit moment in de handel zijn is nooit aangetoond. Resistentie tegen een vlooien dodend middel kan zeker ontstaan, maar op dit moment speelt het geen belangrijke rol.
De reden dat vlooienbestrijding soms zo moeilijk en frustrerend is zit hem dan ook niet in de gebruikte middelen, maar in de manier waarop die middelen toegepast worden. Falende vlooienbestrijding wordt veroorzaakt door een paar moeilijk uit te roeien misverstanden.
De drie grootste misverstanden over vlooienbestrijding:
1. Een vlooienbesmetting speelt zich voornamelijk af op de hond of de kat
Volwassen vlooien leven inderdaad op de huid van hun gastheer. De eitjes die ze produceren en de larven en poppen die daar uit komen bevinden zich echter in de omgeving van het dier, uw huis dus. Om je een idee te geven: voor iedere vlo op de hond of de kat zijn er 25 eieren of larven in huis aanwezig. Het vlooienmiddel doodt keurig alle op de hond of de kat aanwezige volwassen vlooien, maar omdat vanuit de omgeving steeds weer nieuwe vlooien het dier bespringen lijkt het alsof het middel niet heeft gewerkt.
2. Vlooien bestrijd je pas als een dier vlooien heeft
Heeft een dier eenmaal vlooien dan is het, vooral vanwege de besmetting van de omgeving, soms erg moeilijk om er vanaf te komen. Vlooienmiddelen dienen om die reden het gehele jaar door gebruikt te worden. Zoals zo vaak geldt ook hier dat voorkomen beter is dan genezen. Door regelmatig een vlooienmiddel te gebruiken kan de infectie zich niet opbouwen.
3. In de winter hoef je geen vlooienmiddelen te gebruiken
Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de cyclus van de vlo verloopt. Dat is de reden dat een paar warme dagen vaak een enorme explosie aan vlooienuitbraken veroorzaken. Maar in onze verwarmde huizen kunnen ze ook in de winter hun cyclus prima rond krijgen.
De drie belangrijkste tips over vlooienbestrijding:
1. Bestrijd vlooien het gehele jaar en wacht niet tot u vlooien ziet
Door het gehele jaar door aan vlooienbestrijding te doen voorkomt u dat zich een besmetting in huis opbouwt. Vlooien die op uw hond of kat terechtkomen zullen dood gaan voordat ze de kans krijgen om eitjes te produceren. Het zal dus nooit tot een besmetting van uw huis kunnen komen.
2. Behandel alle in huis aanwezige honden en katten
Als de hond netjes wordt behandeld maar de kat wordt vergeten dan zal die de bron kunnen vormen voor de besmetting van de omgeving. Op de hond zullen dan, ondanks de behandeling met een vlooienmiddel, regelmatig vlooien te zien zijn.
3. Volg nauwkeurig de gebruiksaanwijzing van het middel dat je gebruikt
Dit heeft niet alleen te maken met de wijze waarop het middel opgebracht moet worden, maar ook met de frequentie. Veel pipetjes hebben een werkingsduur van 4 weken, wat betekent dat na 4 weken een nieuwe pipet opgebracht moet worden. Doe je dit te laat dan is de hond of kat een tijdje niet beschermd, met als gevolg dat zich in huisĀ een besmetting kan gaan opbouwen met alle gevolgen van dien.
Zoals al even aan de orde kwam zijn eigenlijke alle moderne vlooienmiddelen goed werkzaam tegen volwassen vlooien. Er zijn wel wat verschillen in activiteit tegen de tussenstadia. De keus is enorm. Er bestaan poeders, sprays en shampoos, middelen die je op de huid druppelt en banden die je om de hals van de hond bevestigt. De laatste innovatie is een tablet die eenmaal per 3 maanden gegeven moet worden. Komt u een keer langs bij Dierenkliniek Van der Meiden dan leggen we u graag de mogelijkheden uit.
O ja, nog even dit: knoflook werkt niet, net zo min als de zogenaamde āānatuurlijkeā vlooienmiddelen.